Revelstoke Classic Cars

1 juni 2013 - Revelstoke, Canada

De dag begint grijs en ongeveer 20 graden koeler dan gisteren. Hoe snel kan het weer hier omslaan. Niets mag de pret drukken, zelfs niet die nekpijn van gisteren. Het is niet normaal, maar volgens mij was het mijn automatische vermogen om één te worden met mijn omgeving als een doorwinterde survivalist. Daar liep ik dan, als een oud opa’tje tussen de pensionado’s van het Holiday Park Resort, met een compleet verkrampte nek. Achja, altijd blijven lachen? Ha, freakin’ ha.

Het is dag 2 van ons verblijf hier in Kelowna. Het is tijd om op te staan. Jennifer heeft mij een wat betere lig positie gegeven, hierdoor heb ik goed en stabiel geslapen. Het heeft geholpen, als een complete verlossing kan ik uit mezelf uit bed komen. M’n nek voelt nog stijf, maar het is zeker niet zo erg meer als gisteren. Dat biedt perspectieven voor vandaag… Jen maakt weer ontbijtje voor ons, koffie / thee / broodjes.. the works. Wat is ze toch lief voor me. Op naar de douches, we willen vroeg naar Revelstoke vandaag, er staan namelijk 2 korte wandelingen gepland voor vanmiddag. We hebben ook nog wat boodschappen nodig… tja, dat moet ook gebeuren.

Na het douchen en aankleden is het tijd om alles te ontkoppelen, en op pad te gaan. Zelf kan ik nog niet achter het stuur, daarvoor is het nog te vroeg met m’n nek. Jen, jij moet maar rijden. “Bring it on” zegt ze… wat een stoere chick! OK, ehm – moet ik hem even het park uit rijden, dan hoef je niet door die smalle straatjes van het park te rijden. Nee, dat doe ik zelf wel. Goed dan! Na een korte uitleg van mij, en wat tips van mij (o.a. let op je bent groter dan normaal, en het is een automaat, dus trap de koppeling niet in –alleen de rem en het gas) was het tijd om te vertrekken. Het gaat verbazingwekkend goed zeg, ook dit biedt perspectieven voor de toekomst. Eenmaal bij de receptie, checken we uit en gaan we de grote weg op. Jen rijdt alsof het niets is, en ik kan best relaxt zitten zodat mijn nek nog wat rust krijgt. Beter kan je het niet hebben dacht ik zo. De rit gaat voorspoedig, en voor we het weten zijn we in Vernon. Hey een Safeway! Hup, even naar binnen wat boodschappen inslaan voor de komende dagen. Het gaat hard met de boodschappen, en de dollars vliegen uit de portemonnee. Maar Jen heeft een ‘Bonus-kaart’ van de Safeways geregeld, weer een paar dollars bespaard! Er moet natuurlijk nog een capu gehaald worden bij Starbucks, want die filterkoffie hier is wel ok… maar daar is ook wel alles mee gezegd. Boodschapjes ingeladen en weer op pad, naar Revelstoke. Vanaf Kelowna – waar we vandaan kwamen – is dat ongeveer 140km +/- 2 uur rijden. Maar, als je onderweg boodschappen in Vernon doet is het natuurlijk iets langer :-).

We hebben via een boekje een camping uitgezocht, wat nog net voor Revelstoke ligt. Eenmaal daar aangekomen is het niet veel soeps, dus eten we eerst even een broodje en rijden we dan door naar Revelstoke. Het blijkt een goede zet te zijn, want eenmaal in het centrum van Revelstoke (je moet je voorstellen, weer zo’n brede straat met winkels aan beide kanten) is er een oldtimer evenement bezig. ALLEMAAL oude klassieke auto’s, het meeste natuurlijk van de VS – de muscelcars, en pick-up trucks. Pontiac GTO’s, Mustang uit 1966 (één van mijn favoriete wagens) en niet te vergeten een hele toffe Pontiac Parisienne uit 1963 (we kennen deze wagen allemaal als de eerste Bat-mobile, uit die über foute Batman serie uit de jaren 60). Natuurlijk waren er veel meer wagens, maar het zijn er te veel en ik ken ze lang niet allemaal. Het was in ieder geval een erg leuk en toevallig cadeautje. Zelf Jennifer vond het leuk – maar vooral de Blues Brothers act die voor de gelegenheid een show opvoeren. Shit, waar kwamen we ook al weer voor? Ohja, het visitor centre. Laten we maar even zoeken dan! We hebben het centre in een mum van tijd gevonden en we werden er goed geholpen door een grappige en enthousiaste  Aziatische kerel. ‘Where are you traveling from? Holland, oh you then you must love the Mountains.’ Ah yes, giant cedar trail.. very nice, big tree’s. Also very nice, skunk cabbage trail – if you look and hear closely you will find humming birds. Colibrie? Dat verwacht je niet in Canada… snel naar de camper en die trails opzoeken!

Al snel vinden we beide trails, ze liggen dicht achter elkaar aan een brede overzichtelijke snelweg richting Golden (de volgende plaats waar we naar toe gaan). Eerst de Ceder Trail. Deze ligt in Mount Revelstoke National Park. Voor National Park’s heb je een pas nodig voor toegang tot bepaalde bezienswaardigheden. Het geld wat men int met deze passen, gaat voor 100% naar het onderhoud van deze parken, dus wij willen daar dan ook aan bijdragen. Zien we bij de ingang van Cedar Trail – National Park Pass required, available at exit booth. Ja, maar, ehm, die exit booth is dicht? Ok, dan maar bij de volgende trail kijken of we hem kunnen aanschaffen. Als we eenmaal de Cedar trail lopen, ben je plots even in een andere wereld – weg van de drukte, de snelweg die toch best dichtbij is hoor je niet meer. Hoge bomen, hoger dan je in Nederland zal vinden. Hoger dan je in het Zwarte Woud (Duitsland) zal vinden. Overal mos, en het is nat.. je hoort een beekje stromen, vogels tjilpen en zingen. Af en toe hoor je een chagrijnige kraai voorbij komen en een mug die in je oor zoemt. Het trail is door mensen gemaakt. Je loopt als het ware over een stijger van hout (boardwalk), continu. Dat doen ze, zodat men niet van het pad af gaat en op deze manier de flora en fauna kan beschadigen. Sommige planten die daar groeien zijn kwetsbaar en duurt een aantal jaar voordat ze het formaat bereiken wat ze nu hebben. Jennifer is stiekem even van het padje af geweest… maar voor een goed doel. Om te illustreren hoe groot zo’n boom kan zijn – ik denk dat we er wel een fotootje van zullen plaatsen.

De Skunk Cabbage Trail is minst even indrukwekkend. Zoals gezegd ligt het vlak bij Cedar trail – ook hier kunnen we geen National Park Pass komen. Stelletje prutsers, zo lopen ze geld mis! Anyway, het ligt er dicht bij, maar de omgeving is compleet anders. Het ligt dichter bij de rivier, en de planten die er groeien zijn anders. Het zijn planten die het beter doen met veel licht – kan ook wel kloppen, hier zijn geen hoge Cedar’s die het licht weg kapen. Skunk Cabbage is een plant die in het voorjaar mooie grote gele bloemen geven. We zijn net te laat, de bloei periode is geweest en de bloemen zijn ook weg – waarschijnlijk opgegeten door beren (het behoort blijkbaar tot het voedsel van de zwarte beer, samen met gras.. :-). We lopen de trail af, wederom lopen we over een boardwalks, en genieten van de omgeving. Die kerel van het Visitor’s Centre zei toch dat hier hummingbirds zouden zijn? Nog niks gezien man, alleen nog een paar pikzwarte ranzige naaktslakken, en wat muggen. Psh, wat balen.. ik wil me geld terug. Oh wacht – we hebben nog niet betaald haha.

Op de terugweg naar het begin van de trail loopt Jen voorop. Ik stop om nog wat film opnames te maken en plots hoor ik wat. Wat hoor je dan? Nou dat ga ik je uitleggen… Jennifer omschreef het ’t best toen ze zei dat het op die gouden bal lijkt van Harry Potter “the golden snair”. Precies dat geluid komt overeen met het geluid wat een kolibrie maakt. Een hoge zoem, afgewisseld met een rare piep. Ik zal je zeggen, die beesten zijn rap. HEEL rap. Ontzettend moeilijk om vast te leggen op foto of film. Dus als je er één gezien hebt op tv, heb dan bijzonder veel respect voor de cameraman/vrouw :-). Volgens mij hebben we wel iets gefilmd, maar moeten we thuis maar even bekijken of het wat is geworden. We hebben in ieder geval ontzettend genoten van die zoemende rakkers met felle rode en gele kleuren.

Tijd om door te rijden naar de campground. Van onze vriendelijke Aziaat bij het Visitor’s Centre hebben we de tip gekregen om te overnachten bij Canyon Hot Springs RV Park. Het is alweer 18:00 uur als we weg rijden van de Skunk Cabbage Trail, maar het is nog geen 10 minuten rijden naar deze camping. Fantastisch goed geregeld weer, we checken in – nemen het deluxe pakket inclusief de hotspring en gaan snel aan het avondeten beginnen. Pasta with meatballs in tomatosaus. Man, wat kan het toch lekker smaken met zo weinig… snel omkleden, we kunnen nog tot 21:00 uur in de hotspring. Een echte hotspring is het niet, het zijn 2 zwembaden waarvan 1 een zwembad is (31 graden) en de ander een lekker warm bad (40 graden). Het water wordt door ongeveer 3,2 km (2 miles) pijpleiding van de vallei naar de zwembaden gepompt. Therapie voor mijn nek gaat onverminderd verder, heerlijk relaxt in dat water. Het is voor Jennifer iets te warm (terwijl zij altijd VEEL warmer douchet dan ik), maar ik vind dit water echt fantastisch lekker. Grappig en de moeite waard om te vermelden – er staan waarschuwingsborden bij, niet langer dan 20 minuten in het water. Mensen met verhoogde bloeddruk/diabetes moeten helemaal oppassen. Ze zeggen echter niet waarom – misschien gaat dan niemand meer in het water denk ik? Eenmaal uit het zwembad, gedoucht en omgekleed merken we op dat er een nectar voedingsbakje hangt op de hoek van het receptie gebouw. Tja, het is een komen en gaan van kolibries. Zijn we zó moeilijk aan het doen bij de Cabbage Trail, en hier kunnen ze makkelijk gefilmd worden… mwèp-mwèp-mwèp-mwèèèèp. Natuurlijk ben ik nog even naar de camper gelopen om nog wat shots te maken van die snelle rakkers, en van de omgeving – leuk voor het archief.

Anyway.. de blog is bijgewerkt, het is nu 23:27 uur op 1 juni. Deze zal ik morgen ochtend pas posten – we hebben eerder deze avond nog 2 blog’s gepost omdat we de afgelopen 2 dagen geen internet hadden. Hier midden in de Canyon hebben we gewoon wel! Wie had dat gedacht… Noteworthy: het Canyon Hotspring RV Park ligt langs de Trans Canadian Railway – er rijdt hier ieder uur of iedere 2 uur een mega lange goederentrein langs die af en toe ook toetert om wildlife van de rails af te jagen…. Slaap lekker :-).

Tot de volgende post!

Foto’s

1 Reactie

  1. Patricia:
    3 juni 2013
    Ik ben blij dat beter gaat met je nek... De Kolibries zie je het meeste in de ochtend en avond uren, ergens, midden op de dag zijn moelijk te vinden. Beso.